Deze fruitige witte druif komt voor op het Iberisch Schiereiland. In Portugal heet hij alvarinho en daar maken ze er, soms in combinatie met andere druiven, de vrolijke vinho verde van. Ook elders duikt hij soms onverwachts op.

Maar zijn thuisbasis is toch wel Rías Baixas, de noordwestkust van Galicië in Noord-Spanje. Als je hier een zonovergoten vakantie verwacht, kom je bedrogen uit. Je zit hier niet aan een van de Spaanse costas. Het regent hier maar al te vaak, omdat wolken uit de Atlantische Ocean zodra ze boven land zijn hun lading lossen. Geen klimaat voor bikini’s dus, maar wel voor frisse, lichte witte wijnen, die smaken naar witte perziken en limoenbloesem met soms een zweem stenige mineraligheid. De trend in Spanje is experimenteren met sobre lías, narijping op de droesem, of ‘sur lie, zoals de Fransen zeggen, waardoor albariño een aromatische, sappige, papaja-abrikoospitten-en-limoenversie van de muscadet sur lie wordt. De Portugese versies zijn doorgaans minder fruitig en feller, met accenten van groene appels en frissere citrustonen.